Skip to main content
home-page

Wat zijn werkingskosten en investeringskosten?

Werkingskosten of exploitatiekosten zijn kosten voor zaken die opgebruikt worden. Voorbeelden zijn voeding en drank, promotie en communicatie, potgrond en meststoffen, huur van een ruimte of van toestellen en machines, loonkosten, artiesten- en vrijwilligersvergoedingen, workshops, verf, knutselmateriaal en dergelijke. Ook kleinere artikelen die niet opgebruikt worden en langer meegaan zoals borden en bestek, een kookpot, een schop, een hamer, spijkers en vijzen, bloempotten, snoeischaren enzovoort, horen bij werkingskosten.

Investeringskosten zijn kosten voor duurzame dingen met een langere levensduur dan één jaar. Voorbeelden zijn bomen, meubels, apparaten zoals laptops of laserprinters, een vaatwasmachine, een transpallet, bouwmaterialen en dergelijke als de stukprijs 500 euro of hoger is (voor bouwmaterialen geldt de totaalprijs, niet de stukprijs). 

Projecten van de Burgerbegroting moeten de financiële richtlijnen van de stad volgen.

Algemeen geldt dit:

  • Als een aannemer investeringsgoederen zoals bouwmaterialen samen met zijn vergoeding op dezelfde factuur noteert, is de ganse factuur investering.
  • Materiaal van minder dan 500 euro per stuk* is altijd werking (bijvoorbeeld een hamer, een plantenschepje).
  • Potgrond, meststoffen, boomschors, kleikorrels is altijd werking, net zoals zaaigoed, eenjarige planten, bloembollen,...
  • Bomen, struiken en grote vaste planten zijn altijd investeringen.

*De stukprijs geldt voor toestellen, werktuigen of gereedschappen, NIET voor bijvoorbeeld stenen en andere bouwmaterialen.

 

Met dit schema kan je bepalen of een uitgave een werkingskost of een investeringskost is.